Einde 19de eeuw. Een vreemdeling te paard en met een ezel rijdt binnen in een slaperig afgelegen dorpje in een bergvallei. Het pad naar het dorp is weinig meer dan een verweerd voetpad tussen de rotsen. Om te ontsnappen aan de koude winter, vraagt hij aan de hechte gemeenschap om bij hen te overnachten. Maar 's nachts woedt een zware sneeuwstorm en de volgende dag is het hele dorp afgesloten van de buitenwereld. De bewoners dragen het gelaten en gaan door met hun dagelijkse bezigheden, tot plots een reeks moorden het dorpje teistert. De vallei is immers niet zo onschuldig als ze lijkt.