In een buitenwijk van Straatsburg, in de Elzas, Frankrijk, brengt de tienjarige jongen Max zijn zomervakantie door bij zijn grootmoeder. Hij hoort Manouche-zigeuner-Romani-muziek die wordt gespeeld in een plaatselijke bar, en hij vindt het geweldig. Hij gaat op bezoek bij de zigeuners op zoek naar een gitaar, waar hij een jonge Romani-tomboy ontmoet, 'Swing'. Ze stelt Max voor aan haar zigeunergemeenschap, die in caravans en vervallen sociale woningen woont. Gedurende een aantal dagen wordt Max meegenomen naar de gemeenschap om getuige te zijn van de levensstijl, tradities, kennis van planten en vooral hun Manouche-muziek. Max is vooral gefascineerd door Miraldo, de Romani-gitarist die hij voor het eerst in de bar hoorde, en vraagt of hij gitaarlessen bij hem wil nemen (Miraldo wordt gespeeld door een van de grootste gitaristen van de zigeunerjazz, Tchavolo Schmitt).